Wijnen en wijngaarden van Anjou

Inleiding tot de wijngaarden van Anjou

Les vignobles d’Anjou représentent 21 000 hectares répartis essentiellement au sud de la Loire entre Ancenis et Saumur. Ils comprennent 19 appellations d’origine contrôlée ou protégée, 8 dénominations, et une indication géographique protégée (IGP). Ces vignobles rassemblent plus de 2000 domaines et 5 coopératives viticoles. Ils bénéficient d’un climat océanique tempéré dans le secteur d’Ancenis et d’Angers, avec une influence continentale dans le Saumurois due à la proximité de la Touraine. Les vignobles d’Anjou se caractérisent par leurs sols et leurs sous-sols riches en schistes gréseux et ardoisiers. Les cépages les plus cultivés sont le cabernet franc, pour les rouges et les rosés, ainsi que le chenin, pour les vins blancs.

AOC Anjou

De wijngaarden van Anjou zijn in de Middeleeuwen ontstaan met de kloosters: elk religieus etablissement had zijn eigen wijngaard en de wijnen van de oevers van de Loire werden geschonken op de tafels van de Plantagenets.
De koningen van Frankrijk en Engeland hebben bijgedragen aan de ontwikkeling en de reputatie van de wijnen uit het Loiredal.
In de Middeleeuwen was de wijnbouw geconcentreerd rond Angers en Saumur en op een heuvel langs de Loire.
De wijngaarden verspreidden zich vervolgens naar de oevers van de zijrivieren van de Loire, zoals de Aubance, de Layon en de Thouet.
De appellation Anjou omvat subappellaties: Anjou rouge, Anjou Blanc, Anjou Gamay en Anjou fines bulles.
Anjou deelt zijn grondgebied met de andere lokale appellations Cabernet d'Anjou en Rosé d'Anjou.
De drie AOC's behoren tot de grote wijngaarden van de Loirevallei en liggen rond de rivier tussen de wijngaarden van Nantais en Touraine.

Soorten Anjou-wijnen